Hi
Aus dem Holländischen Wikipedia:
geslachtsgemeenschap: aan Venus offeren, aanduwen, afkarren, afrijden, afsteken, aftoppen, alle hoeken van de kamer/het bed laten zien, baarmoeder verven, ballen, batsen, het bed delen, bekennen, berijden, beuken, een beurt geven, bezwangeren, biechten, bijslapen, bonken, iemand de broek vol jong'n jaag'n (Oud-Twents), cohabiteren, coïre, coïteren (contaminatie van de twee voorgaande), consumeren, copuleren, dakken, dammen, dekken, het doen, de hele kamer (of: het hele bed) doorjagen, de kelder witten, de koffer induiken, de liefde bedrijven, de oudste beweging ter wereld maken, de puddingbuks doorladen, doktertje spelen, doppen, een doppie maken, d(o)uwen, een d(o)uw zetten, één vleesch worden, eigen inbreng geven aan, fietsen, flenzen, glijden, hokken, in de suikerpot roeren, ingaan tot, (de auto) inparkeren, keppe doen (West-Vlaams), ketsen, kezen, kieren, kierklappen, kitten, klepelen, knikkeren, krikken, masten, met de puddingbuks deur de vla-deus reur'n (Twents), mo(r)sen, naaien, naar bed gaan, een natte neus halen, nemen, neuken, nummeren, een nummertje maken, oliën-en-doorsmeren, op de muts gaan, op de schroef gaan, er overheen gaan/klappen, paalzitten, (iemand) pakken, palen, palen laaien (= palen laden (Brabants)), paren, partijtje gemengd dubbel spelen, een plaatje peperkoek eten/nemen, plat gaan, plempen, ploppen, poepen (alleen in België), poken, pompen, pookstoten, prikken,
pruimen op sap zetten
, een punt zetten, raggen, rammen, rampetampen, regelen, rijden, rimpelstiften, rollebollen, roompotje roeren, haar rozenperkje wieden, schaambeenbonken, sjemmen, slootpoken, soppen, sporten, steken, stoten, tjoppen, tunnelen, uw mannelijkheid in het geding brengen, van bil gaan, van de grond gaan/komen, van Wippestein gaan, een veeg geven, video kijken, vogelen, volblaffen, volstouwen, vossen, vozen, vrijen, vruchten plukken, wippen, worpen